On roaming and homing, love of nature and the nature of love.

zondag 9 januari 2011

De zee is de zee niet

Het Portugese havenstadje Portimão is op zijn zilte gat gevallen zo buiten het toeristische seizoen. Ik zit op de kade en kijk uit over de zee. ’T zeetje, zoals de West-Vlamingen zeggen.

In het Spaans weten ze het nog niet goed. Is het nu ‘el mar’ of ‘la mar’? Je hoort beiden en een sluitende handleiding over welk lidwoord wanneer past, is er niet. De verklaring die het vaakste terugkeert, is het onderscheid tussen dagdagelijks en poëtisch taalgebruik. Ben je in een banale bui, dan heb je het over ‘el mar’, heb je een lyrisch moment, dan ga je voor ‘la mar’. ‘El’ drukt een meer afstandelijke relatie uit dan ‘la’, dat de emoties laat stromen. Een taal voor journalisten en eentje voor dichters, zoiets.

Hoe dichter bij de zee, hoe meer ‘la’ je inderdaad hoort. Havenplaatsjes liggen aan ‘la mar’, schippers en mariniers gaan ‘la mar’ op, vissers al helemaal. Die zouden het woord ook gebruiken om wat meer vrouwelijke aanwezigheid in hun leven te hebben.

Twijfel je nog? Laat Rafael Alberti de knoop voor je doorhakken:

‘El mar. La mar.
El mar. ¡Sólo la mar!’

1 opmerking: