On roaming and homing, love of nature and the nature of love.

dinsdag 28 augustus 2012

Lopen rennen

‘O ja, ik weet waar we zijn’, roept ze enthousiast uit, ‘hier hebben we nog lopen rennen!’ We rijden Gent binnen en ik voel me een beetje Vlaams in de war. Als wij zeggen lopen, betekent dat in Nederland stappen. Stappen in Nederland is dan weer uitgaan bij ons. En als zij zeggen rennen, betekent dat in Vlaanderen lopen. In Nederland kan je heel de dag rustig over straat lopen, dan een nachtje stappen om vervolgens te rennen voor je bus. Maar wat heeft een Nederlander dan precies gedaan als zij heeft ‘lopen rennen’?

Lopen is zo’n woord waarmee je aangeeft dat je iets aan het doen was. In het Engels hebben ze daar een –ing-aanhangsel voor. I was running. (Of aan het doen bent kan ook; I am running. Maar wanneer je aan het lopen/rennen bent, schreeuw je zelden dat je dat aan het doen bent. Dan spaar je liever je adem.)

Wij waren op de bewuste plek dus een keer aan het rennen/lopen. Waar ik vandaan kom, gebruiken we niet ‘lopen’, maar ‘zitten’ om onze actie aan te geven. Voor mij klinkt ‘hier hebben we nog zitten lopen’ logischer dan ‘lopen rennen’. Mijn Kempense vrienden zijn nog passiever actief, zo weet ik. Die liggen te lopen. In Nederland blijkt er ook nog een andere optie mogelijk, met staan. Dan wordt het: ‘hier hebben we nog staan lopen’.

Omdat we daar allebei een beeld bij kregen van iemand die ter plaatste trappelt en zittend of liggend lopen op de keper beschouwd ook nergens op slaat, hebben we het bij ‘lopen rennen’ gehouden. Dat gaat vast ook het snelst.