On roaming and homing, love of nature and the nature of love.

zondag 26 februari 2012

Ma how

Soms wilde ik dat ik een West-Vlaming was. Ma how. Echt.

West-Vlamingen delen iets wat te benijden valt. Ze delen een ma how.

Het hol van Pluto op zaterdagnacht. Buiten liggen de velden er als stoppelbaarden bij. De maan hangt zo ongedwongen uitgestrekt dat je haast zou denken dat iemand haar met touwtjes aan de hemel gespannen heeft. In het stro knort het hangbuikzwijn sappige modderdromen, terwijl in de nok van de schuur de pauw bewegingloos haar staart contempleert.

Op zolder is er feest. Ik hang aan de bar en daar gebeurt het. Telkens wanneer een nieuwe bezoeker de trap opkomt. ‘Ma how!’. Probeer het maar niet te vertalen. Want hoe vertaal je een gebalde uitroep van ongeloof, verrassing, vreugde en herkenning? Krachtige klanken van waarachtigheid en bevestiging vanuit de buik naar buiten gestuwd?

Daarom benijd ik West-Vlamingen. Om hun jij-ook-hier-wij-kennen-elkaar-en-spreken-dezelfde-taal relatie. Om de rijkdom van hun woorden die ze, jong of oud, nooit helemaal vergeten zijn. Om hun samenzijn, dat altijd net iets hechter lijkt te zijn dan dat van ons, andere Vlamingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten