On roaming and homing, love of nature and the nature of love.

donderdag 17 februari 2011

Klein Duitsland

Ze zijn overal op het eiland. The Germans. En in het noorden van het eiland zijn ze elke vrijdagavond met zijn allen op dezelfde plek te vinden. Dan hangen ze als een tros rijpe bananen aan de lippen van de Bioloog.

Vanavond heb ik de eer erbij te zijn – mijn Duitse buren laden me in de auto. Ik ga achterin want er zijn maar twee deuren en der Manfred heeft claustrofobie. Die moet een uitgang binnen handbereik. In een vorig leven is hij een beroemd acteur in Duitsland geweest. Veel succes en veel schrik gehad. Het succes is weggesijpeld, de schrik in vele gedaantes gebleven.

De Bioloog vertelt. De Acteur en met hem de rest van Klein Duitsland luistert. Twee maanden is de Bioloog op Expeditie geweest. Op Gran Canaria. Veel kevers gezien, eentje ontdekt. ‘Hoe klein?’ (‘drie millimeter’, ‘een halve centimeter’,…), vraagt iemand telkens wanneer hij een nieuwe naam dropt. Na een paar van zulke interventies onderbreekt hij zijn discours twinkelogend maar ernstig. Dat hij pas verder gaat wanneer we ‘hoe groot?’ in plaats van ‘hoe klein?’ vragen. Of we echt denken dat we beter zijn dan de microkosmos. Of we echt denken dat we zo groot zijn in de wereld.

Hier op Gomera zijn ze met velen. The Germans. Maar groter dan Klein Duitsland wordt het niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten