On roaming and homing, love of nature and the nature of love.

donderdag 18 oktober 2012

Mijmeringen


Als ik tussen twee druppels was gevallen, was ik dan droog gebleven?
Als ik tussen twee brieven was gepost, was ik dan aangekomen?
Als ik eerder Rumi had gelezen, was ik dan een betere lover geweest?
Was ik dan mijn naam vergeten en niet de jouwe?
Als groene wolken hadden gemogen, en paars gras,
was ik dan een gelukkiger kleuter geweest?
Als ik op verzenden had geduwd, had ik dan antwoord gekregen?
Als ik niet was teruggekomen, was ik dan daar gebleven?
Om met opzet te dwalen te verdwalen
Om te praten met de vogels de planten en de schimmen
Een mond vol zaagsel, snelle ogen
Om te offeren op de oranje berg
Bij de dode boom en de afgrond
Om te klotsen en te botsen
Op de grenzen van alleen
Was ik dan niet van deze keukentafel getuimeld
Juichend de tegeldiepte in?

 

zaterdag 6 oktober 2012

Mooi

Doorgaans ben ik het helemaal eens met de Nederlandse columniste Paulien Cornelisse. Zij observeert taalfenomenen zonder er een oordeel over te vellen. Ze stelt blij te worden van alle mogelijke uitdrukkingen omdat ze de mogelijkheden en diversiteit van taal aangeven. Ik klap graag samen met haar in de handen als ik linguïstische creativiteit zie of hoor voorbijkomen. Maar soms, heel soms, krijg ik de kriebels. Zou ik iets willen verbieden.

Het overkwam me de voorbije week in Nederland met ‘mooi’. Op de trein gestapt in gezapig Vlaanderen. Ergens over de grens komt de conducteur/kaartjesknipper langs. Blinkend in zijn roze hemdje – de NMBS kan een puntje zuigen aan de outfit van de NS – bekijkt hij mijn ticket. En dan gebeurt het. Hij kijkt me in de ogen en zegt: ‘Mooi’. Hoezo, mooi? Mijn kaartje is helemaal niet speciaal mooi. Maar dat bedoelt hij ook niet. Hij bedoelt: het is goed zo, je bent in orde. Hij spreekt het uit alsof hij een kind aanmoedigt, doet me op slag zin krijgen om te gaan rebelleren, volgende keer zwart te rijden.

Kunnen we het gebruik van het woord ‘mooi’ asjeblieft eng en zacht houden? Kunnen we de m-klank dan net iets langer dan nodig vasthouden in de spanning van onze lippen? Kunnen we mooi enkel gebruiken om naar schoonheid te verwijzen? Zoals pakweg in ‘mooie meiden’?