Je
zou verwachten dat de taalverwarring tussen mij en mijn Hollandse
lief na meer dan een jaar in Amsterdam wonen wel voorbij is. Dat
blijkt bij momenten lelijk tegen te vallen.
Zo
blijven zachte medeklinkers hard waar ik woon. 'Maak je geen sorgen,
schat', zeggen de Amsterdammers, 'dat sal ik wel voor je doen. Een
dergelijke uitspraak vormt doorgaans geen obstakel voor vlotte
communicatie. Op momenten van extreme vermoeidheid, hoogoplopende
irritatie of diepe ontspanning durft het nog eens anders lopen.
Liepen
mijn lief en ik gisteravond over straat. Zij aan het woord. Over een
documentaire die haar wel boeiend lijkt. 'Een docu over de
fee-industrie.' Ik zie het al helemaal voor me. Uitgebuite
arbeiders in megafabrieken aan de lopende band. De eerste zet heelder
veel te lange dagen rechtervleugeltjes aan feeënlijfjes,
de volgende doet linkervleugeltjes, nog een andere stopt stafjes in
hun handen. Eens af vliegen de feetjes door de kapotte ramen naar
buiten een sprookjesachtig leven tegemoet terwijl binnen het zwoegen
eindeloos doorgaat.
Voor
de zekerheid toch nog even checken.
-'Wáárover
gaat die docu?'
-'Nou
ja, je ziet allemaal boerderijen in de States...' De rest van haar
zin vervaagt. Het besef sijpelt binnen. Het gaat over de
fee-industrie. Met een v.
Wie
samen met mij van de teleurstelling wil bekomen, kan hier
'Farmageddon' kijken.
En, o ja, weet iemand hoe de feeën
dan wel gemaakt worden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten